Inhoud scriptie

De scriptie moet op zichzelf leesbaar en verstaanbaar zijn voor een niet-begeleider informaticus of een medestudent. We raden zeer sterk aan om ook tijdens het praktisch werk reeds neer te schrijven wat je gedaan, uitgeprobeerd, onderzocht, … hebt. Noteer op welke problemen je bent gestoten en welke beslissingen je waarom hebt genomen.

Bekijk de richtlijnen op FEA (deze komen niet volledig overeen met de richtlijnen van mevrouw Pollefliet - en volg je dus enkel indien de promotor dit vraagt).
Je moet ook een Extended abstract toevoegen.

  • In de scriptie wordt een Engelstalige samenvatting toegevoegd onder de vorm van een extended abstract.
  • Voor een Engelstalige masterproef wordt ook een extended abstract in het Nederlands toegevoegd.

Bespreek de inhoud in elk geval uitvoerig met je promotor/begeleider!

Wat is het doelpubliek van je scriptie?

Dit zijn "medestudenten", die alle vakken van het masterjaar kennen. Alles wat in die vakken aan bod komt wordt dus niet meer besproken.

Het belangrijkste is dat de scriptie duidelijk beschrijft wat je EIGEN werk is.
Welke problemen heb je gehad, en hoe heb je die opgelost.

Richtlijnen

Volgende richtlijnen kunnen je helpen te bepalen wat wel/niet thuishoort in je tekst:

  • Informatie die in de cursussen terug te vinden is, wordt niet overgenomen (hoogstens een verwijzing opnemen). Leg bijvoorbeeld niet uit wat een relationele databank is of wat het.Net-platform inhoudt, maar indien een nieuwe technologie gebruikt wordt, dan vereist dat wel wat achtergrondinformatie.
  • Een inventaris van alle software en technologie die gebruikt werd (met eventuele kostprijs) geeft nuttige informatie aan eventuele gebruikers.
  • Bij technologieverkenning zijn de volgende items nuttig: Wat is het? Wat zijn de basisprincipes? Hoe werkt het? Hoe heb ik het geïntegreerd/gebruikt/... in mijn project?
  • Het reflexie-hoofdstuk van de masterproef bevat ook een duurzaamheidsreflectie. Hierbij wordt besproken in welke mate het geleverde werk kadert in de SDGs (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_Ontwikkelingsdoelstellingen of http://www.globalgoals.org of https://www.sdgs.be/nl/sdgs ).
  • De masterproef bevat ook een 'maatschappelijke reflectie' (één tot drie bladzijden).
    • Kadering van het werk binnen de bredere maatschappelijke context (bijvoorbeeld recente ontwikkelingen in onze samenleving).
    • Kadering van hoe de masterproef bijdraagt aan de realisatie van de SDG's (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN, , zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_Ontwikkelingsdoelstellingen of http://www.globalgoals.org of https://www.sdgs.be/nl/sdgs ).
    • Reflectie over de ethische impact van het werk of de gebruikte datasets (bijvoorbeeld impact op privacy, potentiele bias aanwezig in de data, mogelijkheden tot dual use,...).
    • Reflectie over hoe dit werk conformeert met relevante wetgeving en technische standaarden (bijvoorbeeld GDPR, AI Act, CHIP act, ...)
  • Vermeld de informatiebronnen die geraadpleegd werden, ook die op het internet.
  • AI (artificiële intelligentie): zie Gebruik AI en de facultaire richtlijnen Nota in verband met het verantwoord gebruik van generatieve AI in de masterproef.
  • Beschrijf op welke manier de oplossing getest werd.
  • Afhankelijk van het onderwerp kan de schriftelijke neerslag ook gedeeltelijk bestaan uit een bundeling van verslagen van vergaderingen, voorstellen aan oversten, analyse, …
  • Een eigen beoordeling van het geleverde werk is een verplicht item. Vergelijk het eindresultaat met wat in het werkplan beschreven is. Verdedig indien van toepassing waarom iets niet werd uitgewerkt, welke extra moeilijkheden er optraden, waarom een bepaalde uitbreiding of aanpassing uitgewerkt werd.